Wanneer te veel, ook echt te veel is: hoe klachten de AVG op de proef stellen
Wat gebeurt er wanneer iemand te vaak of te uitgebreid een beroep doet op zijn rechten onder de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)? Hoe ver reikt het geduld van toezichthouders en organisaties? Deze vragen kwamen scherp naar voren in een recente uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ-EU). Het arrest werpt niet alleen licht op hoe we begrippen als “kennelijk ongegrond” en “buitensporig” moeten interpreteren, maar biedt ook inzichten over de grenzen van de AVG.
In deze blog duiken we in de details van de casus, bespreken we de uitspraak en bekijken we de bredere relevantie voor bedrijven en toezichthouders die dagelijks met de AVG te maken hebben.
De casus: hoe een klacht escaleerde
De aanleiding
Het conflict begon met een klacht van een betrokkene (de persoon wiens persoonsgegevens werden verwerkt) die vond dat een organisatie zijn rechten onder de AVG schond. De klacht betrof vermoedelijke fouten bij de verwerking van persoonsgegevens en het gebrek aan reactie op verzoeken tot inzage en correctie.
De betrokkene wendde zich tot de nationale toezichthouder, vergelijkbaar met de Belgische Gegevensbeschermingsautoriteit, om in te grijpen.
Het standpunt van de toezichthouder
De toezichthouder besloot echter de klacht niet verder te behandelen.
De reden? De klacht werd beschouwd als “kennelijk ongegrond” of “buitensporig”, termen die voortvloeien uit artikel 57, lid 4, AVG. Volgens de toezichthouder zou een verder onderzoek van deze klacht onevenredig veel middelen vergen zonder dat duidelijk was of er daadwerkelijk sprake was van een inbreuk.
Het protest van de betrokkene
De betrokkene accepteerde dit niet en stapte naar de rechter. Volgens hem had de toezichthouder zijn taak verzaakt door onvoldoende onderzoek te doen en de klacht onterecht te classificeren als “kennelijk ongegrond” of “buitensporig”. Dit leidde tot een juridisch geschil dat uiteindelijk bij het HvJ-EU terechtkwam.
De uitspraak van het Hof
Het HvJ-EU moest oordelen over de juiste interpretatie van de begrippen “kennelijk ongegrond” en “buitensporig” in de context van de AVG. Het Hof gaf een gedetailleerde uitleg over beide termen en benadrukte het belang van een zorgvuldige afweging.
Wat betekent “kennelijk ongegrond”?
Een klacht kan alleen als kennelijk ongegrond worden beschouwd als er duidelijke, objectieve aanwijzingen zijn dat de klacht geen enkele juridische basis heeft.
Bijvoorbeeld:
Als de klacht gebaseerd is op valse of verzonnen feiten.
Als de betrokkene duidelijk handelt met het doel om te misleiden of schade te berokkenen aan de organisatie of de toezichthouder.
Het Hof benadrukte dat een klacht niet als “kennelijk ongegrond” kan worden afgewezen enkel omdat de betrokkene zijn zaak niet overtuigend weet te bepleiten. Er is meer nodig dan subjectieve indrukken van de toezichthouder; de afwijzing moet gebaseerd zijn op concrete en verifieerbare feiten.
Bovendien moet er rekening worden gehouden met de complexiteit van de zaak en de mogelijkheden van de betrokkene om zijn klacht te onderbouwen.
Wanneer is iets “buitensporig”?
Een klacht of verzoek is buitensporig wanneer het:
Herhaaldelijk wordt ingediend zonder dat er nieuwe feiten worden aangevoerd.
Overmatig uitgebreid is in vergelijking met de gestelde vraag.
Wordt gebruikt om een organisatie of toezichthouder onredelijk te belasten zonder legitiem doel.
Het Hof benadrukte dat het beoordelen van “buitensporigheid” altijd contextafhankelijk is. Wat in een bepaalde situatie buitensporig lijkt, kan in een andere situatie redelijk zijn. Daarom moet een toezichthouder elk geval individueel beoordelen en zich niet laten leiden door algemene aannames.
Verder moeten toezichthouders de betrokkene altijd de mogelijkheid bieden om zijn verzoek nader toe te lichten of in te perken.
De verantwoordelijkheid van de toezichthouder
Het Hof wees erop dat toezichthouders een belangrijke taak hebben om de rechten van betrokkenen te waarborgen. Dat betekent dat zij klachten serieus moeten nemen en niet zomaar mogen afwijzen. Als een klacht wordt afgewezen, moet dit gepaard gaan met een heldere en goed onderbouwde motivering. Transparantie en zorgvuldigheid zijn hierbij essentieel.
De toezichthouder moet bovendien bewijzen dat de afwijzing gerechtvaardigd is op basis van objectieve criteria.
Balans tussen rechten en middelen
Een opvallend punt in de uitspraak was de erkenning dat toezichthouders beperkte middelen hebben. Het Hof erkende dat het onrealistisch is om te verwachten dat elke klacht even grondig wordt onderzocht. Toch mag dit nooit ten koste gaan van de basisrechten van betrokkenen.
Toezichthouders moeten prioriteiten stellen, maar ook zorgen dat legitieme klachten niet verloren gaan in de massa.
Relevantie: waarom dit arrest belangrijk is
Een overbelast systeem
Toezichthouders staan vaak onder druk door een overvloed aan klachten. Het is onvermijdelijk dat zij prioriteiten moeten stellen bij de behandeling van deze klachten. Zaken met een grotere maatschappelijke impact, zoals grootschalige schendingen door grote organisaties, krijgen begrijpelijkerwijs voorrang.
Denk bijvoorbeeld aan een nationale bank die structureel tekortschiet in het beschermen van klantgegevens. Dergelijke schendingen hebben vaak een bredere impact dan een lokaal geschil, zoals dat van een kleine vereniging die per ongeluk een verkeerd e-mailadres gebruikt.
Het arrest benadrukt dat het aan toezichthouders is om zorgvuldig te balanceren tussen middelen en maatschappelijke urgentie.
Chronische activisten en seriële klagers
Een ander probleem dat in de praktijk veel voorkomt, is het gebruik van de AVG als wapen in persoonlijke of zakelijke geschillen. In onze ervaring zien we regelmatig dat vermeende AVG-inbreuken worden aangevoerd door:
Concurrenten die proberen een bedrijf te verzwakken.
Ex-werknemers met een persoonlijke vete tegen hun voormalige werkgever.
Ontevreden klanten die juridische middelen inzetten om druk uit te oefenen in een conflict.
Deze klachten draaien vaak niet werkelijk om privacy, maar worden gebruikt als instrument in bredere conflicten. Het arrest biedt toezichthouders duidelijke richtlijnen om dergelijke klachten kritisch te beoordelen. Hiermee kan misbruik van het systeem worden beperkt, zonder dat legitieme klachten worden genegeerd.
"Zolang rechthebbenden bij botsing van rechten uitsluitend oog houden voor hun eigen gewin, zal het evenwel met misbruik van procesrecht niet zijn afgelopen."
— Rudolph von Jhering
Voor bedrijven
Organisaties kunnen dit arrest gebruiken om hun processen rond AVG-verzoeken te stroomlijnen. Bijvoorbeeld door:
Interne richtlijnen op te stellen over hoe om te gaan met herhaalde of buitensporige verzoeken.
Transparant te communiceren met betrokkenen over de beoordeling van klachten.
Duidelijke documentatie bij te houden om aan te tonen dat verzoeken zorgvuldig zijn beoordeeld.
Conclusie: leren van de grenzen van de AVG
Deze uitspraak benadrukt het belang van balans. De rechten van betrokkenen zijn essentieel, maar hebben ook grenzen. Toezichthouders en bedrijven moeten zorgvuldig afwegen wanneer een verzoek legitiem is en wanneer het systeem wordt misbruikt.
Bij consey(.legal) begrijpen we de uitdagingen waarmee ondernemers en toezichthouders worden geconfronteerd. We bieden praktisch advies om ervoor te zorgen dat uw organisatie compliant is met de AVG, zonder dat u wordt overbelast door onredelijke verzoeken. Neem vandaag nog contact met ons op en ontdek hoe we u kunnen helpen!
Wil je meer weten over hoe je omgaat met verzoeken onder de AVG? Laat een reactie achter of stuur ons een bericht via hallo@consey.legal. Wij staan klaar om je verder te helpen!
Geschreven door Kris Seyen, Founder & Managing Partner consey.legal